23 september 2022
In memoriam: V. (Tin) Janszen
Op woensdag 14 september jl. overleed ons oud-gemeenteraadslid V. (Valentin) Janszen uit Rilland, in de leeftijd van 81 jaar. Van 1990 tot 2018 had hij zitting in de gemeenteraad. Met respect en waardering denken we aan hem terug.
Tin werd in 1941 in Amsterdam geboren. Daar groeide hij op en bracht hij zijn jeugdjaren door. ’s Zondags kerkte hij met het ouderlijk gezin in de Gereformeerde Gemeente aan de Looiersgracht. Vanaf zijn tiende jaar zat hij daar onder het gehoor van ds. Chr. van Dam, van wie hij ook catechisatie kreeg. Met genoegen keek hij later op die jaren terug.
Nadat hij de ULO had doorlopen, studeerde hij in de avonduren verder. Al spoedig trad hij in dienst bij de Rotterdamse Bank aan de Herengracht en het Rokin, in het centrum van Amsterdam. Zijn militaire dienstplicht vervulde hij bij de Koninklijke Luchtmacht. Daarna werkte hij bij verschillende andere bedrijven.
Op een Bondsdag voor jongeren in Utrecht ontmoette hij Mery Nieuwenhuijse uit Rilland, met wie hij in 1968 in het huwelijk trad. Omdat er in Amsterdam (bijna) geen woningen waren, vestigden zij zich in Rilland. Hoewel zij zich in vele opzichten rijk gezegend voelden, gingen ook moeite en zorgen hun deur niet voorbij. Het overlijden van hun dochters Marieke en Manuela trokken diepe sporen in hun leven.
In Zeeland ging Tin aan de slag bij Olivetti; daarna was hij jarenlang werkzaam in het magazijn bij Gebr. Weststrate in Krabbendijke. Eenmaal in de VUT verzorgde hij nog enkele jaren het taxivervoer voor de leerlingen van de ‘Eben-Haëzerschool’ in Kapelle. Verder diende hij, verdeeld over twee periodes, de Gereformeerde Gemeente van Rilland 10 jaar als diaken en was hij 24 jaar bestuurslid van basisschool ‘De Zandbaan’ in zijn woonplaats.
Omdat zijn vader secretaris was van de SGP-kiesvereniging in Amsterdam, was de politiek hem niet vreemd. Nadat J. (Jo) Hoekman in 1989 had aangegeven zich voor de gemeenteraadsverkiezingen van 1990 niet meer herkiesbaar te stellen, viel het oog van de leden uit Rilland al snel op Tin. Een en ander leidde ertoe dat hij in 1990 zitting kreeg in de gemeenteraad. Omdat we in die tijd weleens een verslagje voor het RD schreven, maakten we al snel kennis met elkaar. Dat was het begin van een jarenlange vriendschap.
Nadat we in 1994 zelf zitting hadden gekregen in de gemeenteraad, zagen en spraken we elkaar steeds vaker. Meer dan eens hebben we ons in die jaren – en ook later – verwonderd over de wijze waarop hij de zaken uit zijn portefeuille behartigde. Dat was niet altijd eenvoudig. Immers, Tin was de man van ‘welzijn’. Een portefeuille waarin je als SGP’er nu niet direct de meeste punten scoort. Maar daar stoorde hij zich niet aan. Vanwege zijn opgebouwde dossierkennis was er binnen de fractie – en later ook binnen de gemeenteraad – niemand die zich op het gebied van ‘welzijn’ met hem kon meten. Vooral als hij voor de zwakkere of minder bedeelde iets kon betekenen, was hij in zijn element. Tot zijn portefeuille behoorde ook ‘cultuur’. Ook dat was niet altijd eenvoudig. Met enige regelmaat moest hij dan bijvoorbeeld uitleggen waarom bepaalde subsidies voor de SGP onacceptabel waren. Op bescheiden wijze, zonder iemand te kwetsen, verwees hij dan naar de Bijbel, als richtsnoer voor een ieders leven.
In het najaar van 2002, toen hij Zondag 36 van de Heidelbergse Catechismus had horen verklaren, voelde Tin zich gedrongen om iets te doen tegen de lastering van Gods Naam. Concreet stelde hij de fractie voor om een vloekverbod in de APV op te nemen. Uiteraard was daar binnen de fractie niemand op tegen. Hoewel dat in de gemeenteraad wel anders lag, was er uiteindelijk toch een meerderheid te vinden die er vóór stemde. Dat maakte hem stil en verwonderd.
Toen we in 2006 als wethouder zitting kregen in het college, kwamen de verhoudingen wel wat anders te liggen, maar bleven de (goede) contacten bestaan. En zeker toen hij later fractievoorzitter werd, spraken we elkaar wekelijks. Wat hebben we toen veel steun van hem gehad! Ook gebeurde het wel dat hij na een raads- of fractievergadering nog even meeging en we nog wat napraatten. Wat voelde hij zich dan soms tekortgeschoten: ‘Ben ik niet te scherp geweest? Had ik het misschien anders moeten zeggen?’ Tin was niet de persoon die na afloop van een vergadering triomfantelijk met de vlag in top naar huis reed. Integendeel. Wanneer bepaalde voorstellen het hadden gehaald, was hij daar blij mee en dankbaar voor. ‘Ja jong’, zei hij dan, ‘wat is het fijn dat het weer mocht gaan en dat we bereikt hebben wat we wilden.’
In 2018 nam Tin op bijna 77-jarige leeftijd afscheid van de gemeenteraad. Zijn gezondheid liet toen ook al wat te wensen over. Hoewel onze contacten vanaf dat moment beduidend minder werden, bleef de vriendschap bestaan. Ons laatste contact dateert van vrijdag 19 augustus jl., toen we hem in het ‘Clarahofje’ in Goes bezochten. Wat waren we blij elkaar weer te zien! Het afscheid – een uurtje later – was ronduit ontroerend. Hoewel we hoopten elkaar nog eens te mogen zien, is het anders gelopen en nam de Heere hem op woensdag 14 september uit dit leven weg.
Met respect en waardering denken we aan Tin terug. Met de krachten, gaven en talenten die de Heere hem verleende, heeft hij gewoekerd. Dat hem in 2013 voor zijn grote inzet voor kerk, school en maatschappij een koninklijke onderscheiding werd uitgereikt, was ook ons tot blijdschap. In de loop der jaren heeft hij voor veel mensen iets mogen betekenen. Niet in het minste voor Mery en de kinderen en kleinkinderen. Wat voelde hij zich aan hen verbonden! Wat is het gemis voor hen groot! Het is onze hartelijke wens en bede dat zij te midden van alle verdriet en gemis iets van Gods troostvolle nabijheid mogen ervaren.
Krabbendijke, Jaap Sinke