7 oktober 2014
Opinieraad; huisvesting arbeidsmigranten
In de vorige vergadering is door de raad uitgesproken dat er geen koppeling is tussen de uitbreiding en het afbouwen in de buitenplaats. De SGP heeft ook in de vorige vergadering aangegeven dat men er voor is om er uit te komen met de heer de Jager. De SGP is dus niet voor een koppeling die niet vooraf op papier is afgesproken.
In de eerste ronde geeft de wethouder aan dat hij er nu voor gekozen heeft om de koppeling los te laten. Wel spreekt hij uit dat in de toekomst er wel naar gekeken wordt.
De CU bij monde van de heer Jumelet spreekt uit dat hij blij is met het besluit en hij dringt aan op spoed bij het college om de Jager te wille te zijn in het Klooster. Hij wil ook graag ook nog eens terugkomen op het punt van de buitenplaats ('de kijkuit' in Yerseke). Hij wijst er op dat de ruimte ook gebruikt wordt door andere mensen/groepen met mensen dan alleen de arbeidsmigranten van de heer de Jager. Hij wil graag dat we niet te snel in deze zijn. Voor hem is de kwaliteit het belangrijkste en ook daarmee het uitgangspunt van de CU. Hij wil dan ook graag hierover nog een keer van gedachten wisselen.
Mevrouw Hoogerland (CDA) benadrukt nogmaals dat er geen koppeling is zoals gesteld door het college. Wel wijzen ze er op dat het college een boodschap van de raad heeft meegekregen om met de heer de Jager te spreken over de afbouw in de buitenplaats. Ook is er in het verleden met de heer de Jager hierover gesproken en er is de gedachte gegeven dat dit zou gebeuren. Maar omdat dit nooit op papier is gesteld vindt het CDA niet dat dit afgeeist kan worden. Wel roept ze de heer de Jager op om dit toch gestalte te geven.
De SGP (Rottier) geeft aan dat er een realiteit is. Deze realiteit is dat men het niet eens wordt over de inhoud van de overeenkomst. Hij benadrukt dat er in besluitraad geen koppeling is gelegd en dus niet afgedwongen kan worden. En dat er wel een morele oproep is gedaan aan de heer de Jager om deze huisjes vrij te maken voor recreatie. We zien met vertrouwen tegemoed dat wanneer de heer de Jager met een uitbreiding zou komen er voorwaarden gesteld kunnen worden waarmee beide partijen uit de voeten kunnen.
Leefbaar Reimerswaal (de heer Weststrate) vindt het opmerkelijk dat de portefuilehouder al gelijk aan het begin "door het stof is gegaan". Hij vraagt zich ook af of er tussendoor nog contact is geweest tussen het college en de heer de Jager. Deze vraag stelt hij dan ook aan de wethouder. Daarnaast wijst hij op de mogelijkheid dat wanneer het naar 300 zou gaan er wat te regelen is en roept dan ook het college op om wakker te zijn. Hij gaat vervolgens nog in op een e-mail waarop hij opmerkt dat men beter langs de SGP kan gaan want dat helpt.
Jumelet onderbreekt de heer Weststrate en wijst er op dat het niet negatief beoordeeld moet worden als een wethouder naar de raad luistert. Hierop keert de heer Weststrate op zijn schreden terug en zegt inderdaad dat het wel positief is dat als een wethouder luisteren wil naar de raad.
De wethouder Vogelaar (VVD) zegt dat het niet zo belangrijk is of je het als stofhappen of als gewoon gezond verstand beoordeeld. Maar hij wijst er op dat het altijd bij het college de gedachte is geweest om de 200 toe te staan. Maar ook dat men op de buitenplaats weer naar recreatief wil dat blijft ook overeind staan bij het college.
Jumulet vraagt of de wethouder zorgvuldig om te gaan met het terugbrengen naar recreatieve bestemming van de buitenplaats. De wethouder bevestigd dat dit zeker zo zal gebeuren. En de brief zal verzonden worden naar de heer de Jager dat alles verder in gang gezet zal worden.
Op de vraag van de heer Weststrate of er nog contact is geweest met de heer de Jager antwoord de wethouder dat dit niet het geval is. De heer de Jager spreekt dan nog in en zegt dat zijn toezegging blijft staan en hij het gaat proberen om de buitenplaats vrij te maken.