9 september 2014
Opinieraad met veel bestemmingsplannen
In de oesterputten van Yerseke spelen twee belaingen. In de eerste plaats zijn er de bedrijven die daar oesters kweken en verwateren. Dan zijn er ook ondernemers die daar willen inspringen op de mogelijkheid voor recreatie. Dit blijkt in sommige gevallen botsende belangen te zijn. Tijdens de opinieraad komt de firma Pols-Bom inspreken om aan te geven dat ze bang zijn dat hun bedrijfsactiviteit in gevaar komen. Ze achten het zelfs zo dringend dat men denkt dat ze straks gedwongen gaan worden om hun werk te stoppen en er alleen nog maar een verzendbedrijf over kan blijven.
Door de leden van de raad wordt er ook duideljik aangegeven dat er geen verdringing van de werkzaamheden door toeristen mag zijn. De SGP geeft helder aan op welke punten ze het plan aangepast willen zien. Vooral de ruimte die er gegeven wordt om allerlei logies functies toe te staan kan volgens de SGP niet de bedoeling zijn. Ook de horeca moet sterk gebonden zijn aan de bedrijven die daar werkzaam zijn en van ondergeschikt belang bljiven.
De wethouder Sinke (SGP) reageert vervolgens op alle aangegeven punten. Hij is het eens met de opmerkingen van de raad dat men zuinig op de oesterputten moet zijn en dat de eerste prioriteit de productie is op de oesterputten. Ook het college vindt het van groot belang dat de oestercultuur in stand kan bljiven.
Maar, zo vervolgd de wethouder, er is in de achterliggende tijd wel veel aanvragen geweest voor meer ruimte voor bedrijven. En daar wordt nu door het plan getracht daar ruimte voor te geven. Hij geeft aan dat het een zoektocht is naar evenwicht waarin er ruimte gegeven wordt voor bedrijven en horeca en tegelijk ook de oestercultuur behouden blijft.
Zowel de heer Jumulet (CU) als mevrouw Sinke (VVD) zijn niet blij met hoe in de laatste maanden de situatie op de oesterputten is verslechterd. De heer Koeman (CDA) vraagt waarom de plannen niet getoetst zijn aan het beeld-kwaliteitsplan. Dit komt omdat het nog niet tot het toetsingskader van de welstandscommissie behoort.
De wethouder bespeurd dat gevoelen van de raad is dat men geen logies functie op de oesterputten moet toestaan. De heer van Damme vraagt hoeveel aanvragen er zijn voor logies functie. Dit blijkt in het verleden slechts één keer het geval te zijn. Daarop neemt de wethouder alvast een voorschot en stelt dat als het gevoelen binnen de raad zo blijft dat men hier dan van af zal zien in het bestemmingsplan.
De wethouder concludeerd dat de heer Verburg (PvdA) wat positiever is over de mogelijkheden van horeca en bedrijvigheid op de oesterputten. Bij de VVD ervaart de wethouder een houding van: wat er nu zit dat, dat zit er, en meer hoeft niet, zo vat de wethouder het samen.
Op de vraag van de heer Verburg (PvdA) waarom de andere bestemmingsplannen niet zijn opgegaan in dit bestemmingsplan. De ambtelijke ondersteuning geeft aan dat de andere bestemmingsplannen zijn al gedigitaliseerd en hoefden daarom niet meer hierbij betrokken worden.
Vervolgens geeft de wethouder Sinke (SGP) ook gelegenheid om door wethouder de Kunder (CDA) wat antwoorden te geven op vragen gesteld door een inspreker over een groen puntje bij de nieuw te bouwen torens op de plaats van 'de Zaete'.
Na beantwoording door de wethouder mogen de insprekers weer het woord richten tot de raad.
De eerste inspreker namens de firma Pols-Blom vindt vooral dat het onduidelijk is wat de status is van het gebied en wat dit voor gevolgen heeft voor het bedrijf. Hij wil daar graag antwoord op.
De tweede inspreker is blij met de reactie ten aanzien van de schuur, maar hij mist de reactie ten aanzien van de woning. Hij verwijst vervolgens naar de slogan van de gemeente en vraagt zo om ruimte ook voor hem.
In het tweede termijn vraagt de heer Jumelet (CU) ook om dezelfde duidelijkheid als de inspreker van firma Pols-Bom. Hij wijst erop dat de oesterkwekers moeten samenwerken met de toeristen. En hij is ook van mening dat er geen onderscheid mag wezen in ruimte die geboden wordt aan ondernemers.
De heer Koeman (CDA) gaat officieel in op de blokhutjes die als voorbeeld aangehaald zijn. Hij ziet ook wel wat in de scheiding op de oesterputten.
De heer Otte van de SGP ziet wat meer dingen die losgelaten in het bestemmingsplan dan dat de wethouder aangaf. Zo wordt de koppeling tussen degene die de horeca bedrijft en het bedrijf dat oesterkweekt. Hij vindt dat deze koppeling moet blijven waarbij er wel ruimte moet blijven voor de andere oesterbedrijven.
De PvdA zit juist aan de andere kant, zij zien het wel zitten dat een onafhankelijke horeca ondernemer ook daar iets exploiteerd. Mevrouw Sinke (VVD) is het absoluut niet eens met de PvdA. Omdat volgens haar horeca en bedrijvigheid niet te combineren valt. Omdat er ongelukjes kunnen gebeuren die de productie in direct gevaar kunnen brengen. Ze maakt wel onderscheid in een proeverij en horeca. In het eerste (proeverij) ziet ze niet zoveel problemen. Maar horeca is voor haar toch echt een brug te ver. Dit komt door de grote sanitaire druk waarmee oesterkwekers te maken hebben. Ze vreest dat wanneer er veel horeca komt er dan een andere overheid ze vervolgens sluit.
De wethouder komt dan in het tweede termijn op de punten terug. Ook hij heeft wel goed gehoord van de raad dat oesterkwekerij voorrang moet hebben. Hij ziet ook wel wat in het idee van Jumelet om een raadsuitstapje te maken op de oesterputten onder begeleiding van een gids (hierbij hint hij naar de heer Jumelet zelf die dit doet). Het onderzoek waar de heer Koeman van het CDA om vraagt (een concentratie van de horeca) vindt hij niet zo een goed idee omdat dit het vaststellen van het bestemmingsplan onnodig veel zou vertragen. In reactie op de heer Otte (SGP) dat de horeca door de eigen bedrijven moet gebeuren daar is de wethouder en het college het mee eens. En automatisch is het college het daarmee niet eens met de zienswijze van de heer Verburg (PvdA). De wethouder denkt ook nog wel eens over het boulevardpad langs de buitendijk vanaf 'de Zaete' naar 'de Viskete'. Daar springt de heer Jumelet bovenop want die droom deeld hij met de wethouder.
De heer Gideonse (ambtelijke ondersteuning) geeft vervolgens nog een uiteenzetting van hoe het bestemmingsplan tot stand is gekomen. Hij gaat ook nog in op de woning vraag van de inspreker. Hij geeft aan dat er regels zijn waarop een bouwvlak wordt toegekend. En pas als deze voldoet aan de regels kan er ook een bouwvlak toegekend worden.
Als nabrander komt er nog de herhaalde vraag van Pols-Bom over of het bedrijf niet in knel komt. De wethouder zegt toe dat dit (nogmaals) onderzocht zal worden. Daarmee is het agenda punt afgesloten.